Home > PBM's

PBM's

RISICOBESCHRIJVING

Soms zijn technische en organisatorische maatregelen niet genoeg

De werkgever moet zorgen voor goede arbeidsomstandigheden. Hij moet de risico's daarom zo veel mogelijk bij de bron aanpakken met technische en organisatorische maatregelen. Blijven er desondanks nog risico’s bestaan, dan moet de werkgever persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) aan zijn werknemers verstrekken. Daarbij gelden voor de werkgever én de werknemer bepaalde verplichtingen.

Werkgevers hebben de volgende verplichtingen bij het gebruik van PBM’s:

  • zij verstrekken PBM’s gratis aan hun werknemers;
  • zij geven de benodigde voorlichting en instructie over het juiste gebruik en onderhoud;
  • zij geven aan bij welke activiteiten welke PBM’s gebruikt moeten worden;
  • zij houden toezicht op het juiste gebruik;
  • zij zorgen ervoor dat de PBM’s geschikt zijn voor de drager;
  • zij maken afspraken over onderhoud en vervanging.

Werknemers hebben de volgende verplichtingen bij het gebruik van PBM’s:

  • zij zijn verplicht de verstrekte PBM’s te gebruiken;
  • zij zijn verplicht deel te nemen aan voorlichting en instructie;
  • zij moeten de PBM’s op de juiste wijze onderhouden en bewaren.

 

AANPAK MET PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN (PBM’S)

Eisen aan persoonlijke beschermingsmiddelen

Persoonlijke beschermingsmiddelen moeten goede bescherming bieden en geschikt zijn voor de persoon, de werkzaamheden en de omgeving van de gebruiker, en tevens voldoende comfort bieden. Bij het inzetten van PBM’s moet bekend zijn voor welk doel het middel bescherming biedt. Dit moet in de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) zijn opgenomen. PBM’s moeten CE-gemarkeerd zijn. Dit geeft aan dat het product voldoet aan wettelijke eisen. Onder andere voor veiligheid, gezondheid en milieu. De CE-markering is te herkennen aan de letters C en E. Controleer of de persoonlijke beschermingsmiddelen die worden aangeschaft aan deze eis voldoen.

 

 

Beschermende kleding

Veel ongelukken kunnen worden voorkomen als mensen beschermende kleding dragen. Deze kleding beschermt tegen verschillende risico's.

  • Gegrepen worden door bewegende delen van machines. 

    De kans bestaat dat als kleding niet goed past of losse delen bevat – zoals een losse riem – de kleding gegrepen wordt door een bewegend deel van een machine en de drager met de machine mee of in de machine getrokken wordt.

  • In contact komen met gevaarlijke (agressieve) stoffen.
  • In contact komen met vervuiling (reparatiemiddelen, reinigingsmiddelen, olie, smeermiddelen, bandenstof, et cetera).
  • In aanraking komen met hete materialen. 

    Denk aan een hete uitlaat of onderdelen na verhitting.

  • Bescherming tegen kou. 

    Voor monteurs geldt dat een overall vooral in de winter de voorkeur heeft, omdat de rug niet ontbloot kan raken, in tegenstelling tot een broek met jasje.

  • Verbeteren van de zichtbaarheid. 

    Voor mensen in de buitendienst (bijvoorbeeld bij pechserviceverlening en als op locatie moet worden gewerkt) moet de kleding naast bescherming tegen weersomstandigheden ook voldoen aan hoge zichtbaarheid. Tijdens pechservice op de vluchtstrook van het hoofdwegennet moet veiligheidskleding daarom voldoen aan NEN-EN-ISO 20471:2013 en veiligheidsklasse 3 (kleding met hoge zichtbaarheid). Deze eis wordt gesteld omdat het langsrijdende verkeer harder rijdt dan 50 km/uur. Als er niet langs autowegen wordt gewerkt (bijvoorbeeld uitsluitend bij wagenparkbeheer) dan kan met klasse 2 worden volstaan (bij een toegestane snelheid tot maximaal 50 km/uur). Er wordt geadviseerd om de kleding schoon en gesloten te dragen. Dan is de zichtbaarheid optimaal.

 

Veiligheidsschoenen

In de banden- en wielenbranche moeten S3-veiligheidsschoenen worden gebruikt om de voet en in het bijzonder de tenen te beschermen. 

S3-veiligheidsschoenen beschermen de voet en de tenen, met een stalen of kunststofneus. Het profiel van de schoen voorkomt uitglijden. Tevens heeft de schoen een ondoordringbare tussenzool. Een kunststoftussenzool heeft de voorkeur boven een stalen tussenzool. Deze buigt namelijk gemakkelijker en is comfortabeler voor de drager, vooral als gehurkt wordt. Daarnaast beschikken deze schoenen over een gesloten hiel, zijn antistatisch, waterafstotend en hebben waterabsorberend bovenmateriaal. Veiligheidsschoenen moeten voldoen aan NEN-EN-ISO 20345:2011.

 

Handschoenen

Handschoenen beschermen de handen tegen mechanische invloeden (snijden, schuren en prikken), gevaarlijke stoffen en voorkomen dat de handen vuil worden bij ‘normale’ werkomstandigheden. Meer info >>

Soorten handschoenen

 

  • Werk-montagehandschoenen (NEN-EN 388:2003
    1.  Voor activiteiten waarbij handen vuil worden en waar goede grip nodig is.
    2.  Als er wordt gewerkt met gevaarlijke stoffen waarbij in principe geen sprake is van huidcontact. Dan kunt u volstaan met ventilerende handschoenen met nitrilrubbercoating aan de contactzijde. Ventilatie is belangrijk om irritatie door transpiratie te voorkomen. Het uitgangspunt is dat er technische beheersmaatregelen worden getroffen waardoor huidcontact niet hoeft plaats te vinden (bij gebruik van een schenkkan, een kwast om materiaal op te brengen, bij gebruik van een doek, een kwast of een spatel in plaats van gebruik van de vingers). Er wordt dus in principe schoon, zonder huidcontact, gewerkt. Eventuele vervuilde handschoenen moeten direct worden gewisseld voor schone handschoenen
  • Handschoenen bestendig tegen gevaarlijke stoffen (NEN-EN 374-2:2015)
    1.  Als er wordt gewerkt met gevaarlijke stoffen waarbij kans is op huidcontact. Afhankelijk van de eigenschappen van de stof en de aard, mate en duur van de uit te voeren werkzaamheden moet een geschikte handschoen worden gekozen. Het veiligheidsinformatieblad van de betreffende stof geeft hierover meer informatie.
  • Hittebestendige handschoenen (NEN-EN 407:2004)
    1.  Als er wordt gewerkt met materialen met een hoge temperatuur (zoals een hete uitlaat of onderdelen na verhitting).
    2.  Als er wordt gelast

 

Belangrijke factoren om te bepalen of een handschoen bescherming biedt tegen een stof

In eerste instantie moet u ervoor zorgen dat bij een bepaalde activiteit de juiste handschoen worden gebruikt (zoals hierboven beschreven). Als een paar handschoenen een tijdje is gebruikt, kan de bescherming minder worden. Er zijn twee factoren belangrijk om te bepalen of een handschoen nog steeds geschikt is voor de bescherming tegen een bepaalde stof:

  1. veroudering: de materiaaleigenschappen van de handschoen nemen af, ze verharden, zwellen, verkleven of barsten open;
  2. doorlaatbaarheid (poreusheid): hoewel er geen gaatjes of scheurtjes zichtbaar zijn, dringen (vloeibare) stoffen door de handschoen.

Als een van deze twee factoren zich voordoet, moeten de handschoenen onmiddellijk worden vervangen.

 

OPLOSSINGEN VOOR PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN

De oplossingen staan overzichtelijk weergegeven in oplossingentabellen

PBM’s moeten zijn voorzien van de CE-markering. Bij elk artikel moet een gebruiksaanwijzing aanwezig zijn. Deze eisen vloeien voort uit de Europese richtlijn 89/686/EEG en is in de Nederlandse Arbowetgeving overgenomen.

 

 

Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) in de banden- en wielenbranche

Per PBM is aangegeven bij welke activiteit het beschermingsmiddel gebruikt moet worden.

 

 

Beschrijving oplossing

PBM

Werkzaamheden

Specificatie

Werkkleding Bij werkzaamheden buiten in de kou (de werkgever moet op verzoek van de werknemer thermische onderkleding verstrekken) Uit de RI&E van een bedrijf blijkt of aan medewerkers die binnen – in een werkplaats – in de kou werken thermische onderkleding beschikbaar moet worden gesteld.

Thermisch ondergoed

  • In het magazijn
  • In de werkplaats
  • Bij productie
  • Tijdens transport
  • Bij pechservice
  • Bij wagenparkbeheer

Overall, Amerikaanse overall en shirt

  • Bij Lassen
  • Bij gebruik van een slijptol

Veiligheidsschort

Kleding met hoge zichtbaarheid
  • Bij wagenparkbeheer
  • Bij werkzaamheden op locatie waarbij het langsrijdend verkeer niet harder rijdt dan 50 km/uur (dus niet langs auto(snel)wegen)

Klasse 2, volgens NEN-EN-ISO 20471:2013

  • Bij Pechserviceverlening langs auto(snel)wegen

Klasse 3, volgens NEN-EN-ISO 20471:2013. Hoewel de kleuren geel en oranje beide zijn toegestaan geeft RWS de voorkeur aan oranje.

Schoenen
  • In het magazijn
  • In de werkplaats
  • Tijdens pechserviceverlening
  • Bij werkzaamheden op locatie

Veiligheidsschoenen S3, NEN-EN-ISO 20345:2011

Handschoenen
  • Bij activiteiten waarbij de handen vuil worden
  • Als een goede grip nodig is
  • Als gewerkt wordt met gevaarlijke stoffen waarbij in principe geen sprake is van huidcontact

Werk- en montage handschoenen, NEN-EN 388:2003

Kijk als het gaat om gevaarlijke stoffen eerst in het veiligheidsinformatieblad van de gebruikte stof welke maatregelen nodig zijn om veilig te werken. Volg het advies voor gebruik van een PBM.

  • Bij reparatie van banden:
    1. Reinigen  
    2. Plakmiddel opbrengen
  • Bij het reinigen van remmen
  • Bij het smeren van diverse onderdelen

 

Handschoenen bestand tegen gevaarlijke stoffen, NEN-EN 374:2003

  • Als gewerkt wordt met materialen met een hoge temperatuur (een hete uitlaat of onderdelen na verhitting)
  • Bij laswerk

Hittebestendige handschoenen (NEN-EN 407:2004)

Oogbescherming
  • Als wordt gewerkt met gevaarlijke stoffen

Veiligheidsbril met zijkapjes (NEN-EN 166:2001)

  • Bij werkzaamheden waarbij spattende of rondvliegende deeltjes van bepaalde materialen of vloeistoffen van de boven-, de onder- of de zijkant kunnen komen
  • Bij slijpwerkzaamheden

Ruimzichtbril, NEN-EN 166:2001

 

Gelaatsscherm (NEN-EN 166:2001)

  • Bij laswerkzaamheden.

Laskappen met een slab aan de onderzijde zorgen ervoor dat er minder lasrook onder de kap komt.

Lasruit (NEN-EN 175:1997)

Laskappen (NEN-EN 169:2002)

Adembescherming Inventariseer en evalueer via de RI&E (onder andere op basis van het veiligheidsinformatieblad) de blootstelling en bepaal op basis daarvan welke ademhalingsbeschermingsmiddelen noodzakelijk zijn. Maak daarbij eventueel gebruik van advies van uw arbodienst en leverancier van PBM’s.

Stofmasker type FFP2

Inventariseer en evalueer via de RI&E (onder andere op basis van het veiligheidsinformatieblad) de blootstelling en bepaal op basis daarvan welke masker(s) noodzakelijk zijn. Maak daarbij eventueel gebruik van advies van uw arbodienst en leverancier van PBM’s.

Halfgelaatsmasker, met filterbus type A. Deze filterbus heeft de kleur bruin.

 

Halfgelaatsmasker, met filterbus type ABEK. Deze filterbus heeft de kleuren bruin, grijs, geel en groen

Gehoorbescherming
  • Bij grotere geluidsbelasting dan 80 dB(A)

Otoplastieken

 

Oorkappen, NEN-EN 352-1:2002 + Ontw. A1+2005

 

Beugel met zachte schuimdop

 

 

Normen en wetten

  • Arbowet, Artikel 8
  • Europese richtlijn 89/656/EEG Hoofdstuk 8